Beroepsinfectieziekte Tularemie

Organisme:

Tularemie is een bacteriële zoönose veroorzaakt door Francisella tularensis.  Er zijn verschillende typen met een verschillende geografische verspreiding. De ziekte is bij mensen in Nederland zeer zeldzaam. Infecties vinden in hoofdzaak incidenteel plaats: rechtstreeks door besmettingsbronnen van dierlijke oorsprong of indirect via vliegen/teken of via oppervlaktewater.  
Behalve incidenteel komt tularemie ook epidemisch voor, vaak gerelateerd aan besmet oppervlaktewater. Tularemie hoort tot de groep van zoönosen. Voor meer achtergrondinformatie, zie de LCI richtlijnen, WHO, CDC.

Transmissie:

F. tularensis komt wijdverbreid voor in de natuur en is geïsoleerd uit een veelheid van organismen waaronder zoogdieren (vooral knaagdieren, hazen en konijnen), vogels, insecten en vrijlevende amoeben en ook uit brak water en modder. Besmetting kan rechtstreeks optreden door het hanteren van besmette karkassen, of indirect via een beet van geïnfecteerde insecten zoals teken of muggen, het eten van besmet voedsel (onvoldoende verhit vlees) of het drinken van verontreinigd water. Ook is besmetting via de lucht mogelijk(bv bij slachten) of tijdens werkzaamheden in een laboratorium. In Nederland is slechts eenmaal, bij een dode haas, F. tularensis aangetroffen

Incubatietijd:

De incubatieperiode duurt meestal 3 tot 5 dagen, maar kan variëren van 1 tot 21 dagen.

Medisch beeld:

De ziekte uit zich in verschillende ziektebeelden en kan mild maar ook ernstig verlopen. Gewoonlijk begint tularemie met een abrupte temperatuurstijging, hoofdpijn, spierpijn, koude rillingen en − bij de intestinale/oropharyngeale vorm − keelpijn. Respiratoire symptomen, maar ook buikpijn en diarree kunnen optreden. De ulceroglandulaire vorm (‘zweren’) komt in Europa het meest voor en is het gevolg van het hanteren van besmette karkassen of van de beet of steek van een besmet insect. Ter plaatse ontstaat een rode, pijnlijke papel (dd. anthrax!) die na enkele dagen ulcereert. Aansluitend ontstaat een regionale lymfklierzwelling. Deze lymfklieren kunnen verweken en doorbreken ondanks behandeling met antibiotica.

Diagnostiek:

De diagnose tularemie wordt gesteld op basis van de anamnestische gegevens (teken- of vliegenbeet, contact met karkas/weefsels van besmette dieren, mogelijk gecontamineerd water) in combinatie met het klinisch beeld en een reisanamnese naar een land waar tularemie mogelijk voorkomt.  Daarnaast PCR, kweek en serologie.

Werkgerelateerde diagnostiek

Oorzaken van infecties bij werknemers zijn hoofdzakelijk
- werken in vochtige aarde, buitenwaters, tuinen en vijvers.
Beroepen: jagers, slagers, poeliers, landbouwers, recreanten in bosgebieden en veterinair medewerkers pathologisch onderzoek/laboratoriummedewerkers.

Melden beroepsziekten

Er is sprake van een beroepsziekte als een niet immune medewerkers besmet wordt door onbeschermd contact tijdens de werkzaamheden en daardoor ziek worden.

Preventie
  • Bestrijding bij de bron

Komt overal in de natuur voor. Een bronbenadering is daarom niet mogelijk.

  • Organisatorische & technische maatregelen

Preventie bij de mens is vooral gericht op het voorkómen van contact met besmette dieren en de besmette omgeving. Dit houdt in
- het consequent toepassen van hygiënische maatregelen (was handen na contact aarde/water)
- dragen van beschermende kleding (rubberlaarzen, rubberen handschoenen, bril en neus-mondkap) door werkers in besmette terreinen/met besmette dieren
- afdekken van wondjes
- het reinigen van de werkkleding aan het eind van een werkdag.
- extra aandacht gaat uit naar risicovolle werkzaamheden in tropische landen, hiervoor dient specifieke reizigersadvisering en voorlichting plaats te vinden.

  • Persoonlijke beschermingsmiddelen

Zie Organisatorische & technische maatregelen.

  • Therapie & vaccinatie

 Antibiotica.  Geen vaccinatie beschikbaar

  • Risicogroepen (medisch kwetsbaren)

Personen met een verminderde weerstand lopen het risico om ernstiger ziek te worden

  • Arbobeleid

Voorlichting, beschermende kleding (handschoenen en mondneusmasker bij hanteren van karkassen, muggenwerende kleding bij werken in het groen), goede instructies ten aanzien van hygiënische maatregelen. Veiligheidsvoorschriften binnen laboratoria (beheersingsniveau 3). Zie hiervoor safety data sheet.

  • Risico voor derden

Mens-op-mens besmetting is niet beschreven.