Beroepsinfectieziekte Lyme

Organisme:

Wereldwijd zijn ongeveer achttien Borrelia-genospecies beschreven. In Europa en Azië wordt de grootste diversiteit aan genospecies beschreven. In Nederland komen vooral B. afzelii, B. garinii en in mindere mate B. burgdorferisensu stricto voor. Ook wordt sporadisch B. spielmanii of B. bavariensis aangetroffen.

In Nederland is circa 1 op de 5 teken besmet met de Borrelia burgdorferi bacterie. Alleen door een beet van een besmette teek kan je de ziekte van Lyme oplopen. Medewerkers die voor het werk veel in het groen komen, lopen meer risico op een tekenbeet en daarmee de ziekte van Lyme.

In uitzonderlijke gevallen kan de teek ook andere ziekten overbrengen, denk hierbij aan tekenencefalitis (TBEtick-borne encephalitis).

De schade die door de infectie kan worden veroorzaakt is grotendeels een gevolg van een (‘doorgeslagen of aanhoudende’) aangeboren en verworven afweerreactie van de gastheer. Borrelia burgdorferi sensu lato maakt gebruik van tekenspeekseleiwitten om een vroege infectie van de gastheer te bewerkstelligen. Er zijn meerdere mechanismen beschreven waarmee Borrelia poogt het immuunsysteem van de gastheer te omzeilen bij een langdurige infectie, zoals eiwitten die het complementsysteem remmen en het blijven veranderen (‘recombineren’) van belangrijke immunogene oppervlakte-eiwitten.  

Risicoclassificatie
De Borrelia burgdorferi  behoort tot de biologische agentia met risicoclassificatie 2. De maatregelen zijn beschreven in bijlage V van Europese richtlijn 2000/54/EG en het Data Safety Sheet van de Public Health agency of Canada.

Transmissie:

In West-Europa (waaronder Nederland) is dat bijna altijd de schapenteek (Ixodes ricinus). De teek ontwikkelt zich van larve tot nimf tot volwassen teek. Voor elk stadium in de ontwikkeling heeft de teek bloed van een gastheer (zoals knaagdier/vogels e.a.) nodig en kan daardoor zelf besmet raken met de bacterie. De besmette nimf of volwassenteek kan vervolgens bij de mens de bacterie overdragen. Er is geen mens-op-mens transmissie.

De nimf en volwassenteek zijn zeer klein!
 


teek

 

Teken komen in heel Nederland voor. Ze leven in bos-, duin-, heidegebieden, beschutte weilanden, parken en tuinen. Ze zitten vooral in hoog gras en tussen dode bladeren. Verder zitten ze op huisdieren, wild, vogels en kadavers. Teken worden actief boven de 7 graden Celsius. Wanneer een teek op de kleding terechtkomt, zal hij voortkruipen tot hij een warm, vochtig plekje op de huid heeft gevonden, waar hij zich vastbijt.

Incubatietijd: De incubatieperiode, van tekenbeet tot erythema migrans (EM), duurt meestal 1-2 weken (spreiding enkele dagen tot 2-3 maanden).
Medisch beeld:

De klinische uitingen van lymeziekte zijn divers en berusten voornamelijk op een infectie van de huid, grote gewrichten, het zenuwstelsel en in mindere mate het hart. Daarnaast zijn talrijke andere symptomen beschreven die kunnen samengaan met de lymeziekte. Borrelia garinii met neurologische verschijnselen en Borrelia afzelii met huidmanifestaties. Er is echter een grote mate van overlap. Klachten kunnen sterk in aard en ernst wisselen en het onderscheid tussen lymeziekte en andere ziekten kan soms moeilijk zijn omdat de klinische verschijnselen andere oorzaken kunnen hebben. Men kan lymeziekte grofweg onderverdelen in drie stadia met typische uitingsvormen.

Vroege gelokaliseerde lymeziekte. 
Hiermee wordt bedoeld dat de infectie zich nog in de vroege fase bevindt en dat de bacterie nog gelokaliseerd is rondom de tekenbeetplaats. Hiervan zijn er verschillende uitingen, zoals:

  • Erythema migrans (EM): 77-89%
  • Borrelia-lymfocytoom: 2-3%

Vroege gedissemineerde lymeziekte.  
Hiermee wordt bedoeld dat de infectie zich nog in de vroege fase bevindt, maar dat de bacterie zich al verder door het lichaam heeft verspreid. Hiervan zijn er verschillende uitingen, zoals:

  • Multiple erythema migrans: 5%
  • Vroege neuroborreliose: 3-16%
  • Lyme-artritis: 5-8%
  • (Myo)carditis met AV-blokkade: < 1%

Late gedissemineerde lymeziekte.  
Hiermee wordt bedoeld dat de infectie zich in een latere fase bevindt en de bacterie zich door het lichaam heeft verspreid.  Hiervan zijn er verschillende uitingen, zoals:

  • Acrodermatitis chronica atrophicans (ACA): 1-3%
  • Late neuroborreliose, Late lyme-artritis en gedilateerde cardiomyopathie.

De indeling in stadia is enigszins arbitrair. Klinisch is het onderscheid tussen vroege gedissemineerde en late gedissemineerde lymeziekte niet altijd goed te maken. Vrijwel alle symptomen die bij vroege lymeziekte zijn beschreven, kunnen ook een langdurig beloop hebben. Bovendien kunnen de symptomen die bij vroege gedissemineerde en late gedissemineerde lymeziekte worden beschreven zich ook al kort na besmetting voordoen. Ook kunnen in een minderheid van de gevallen klachten blijven bestaan na aanbevolen antibiotische therapie. Men spreekt van het Post-Treatment Lyme Disease Syndrome (PTLS) of Post-Lymeziektesyndroom.

Het symptomencomplex dat de naam post-Lymeziektesyndroom kreeg, komt voor bij 0 -20% van alle patiënten. Post-Lymeziektesyndroom behoort, net als het post-covid-19 syndroom en langdurige klachten na Q-koorts (Q-koorts vermoeidheidssyndroom) of Epstein-Barr infectie, tot het zg. Post-Infectious Fatique Syndrome (PIFS) of Post-acute Infection Syndrome (PAIS)

Het post-Lymeziektesyndroom omvat verschillende, kenmerkende en niet kenmerkende klachten en aandoeningen: 
abnormale vermoeidheid, post-exertional malaise, cognitieve beperkingen (brain fog), (nacht)zweten, hoofdpijn, spier- en gewrichtspijnen, dyspnoe en slaapproblemen.

Voor meer informatie over lymeziekte vanuit patiënten perspectief, zie de website van de lymevereniging.

Diagnostiek: Lyme diagnostiek is altijd een combinatie van zowel klinisch- en aanvullend onderzoek. Complicerende factor hierbij is dat laboratoriumdiagnostiek geen goed onderscheid kan worden gemaakt tussen een acute en een doorgemaakte infectie. De achtergrondprevalentie van positieve Borrelia serologie is in de gewone populatie 5-10%, wat de positief voorspellende waarde van een serologische test negatief beïnvloed. De achtergrondprevalentie onder groenwerkers varieert tussen de 25-30%. (NHG, H&W, FMS, CBO-richtlijn, RIVM en Gezondheidsraad).
Melden beroepsziekten Bij melding aan de bedrijfsarts zal deze de ziekte vanuit zijn verantwoordelijkheid moeten melden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB).  Hiervoor kan er gebruik worden gemaakt van de voor bedrijfsartsen bestaat er een NCVB-registratierichtlijn Lymeziekte

Medewerkers die twijfels hebben of het een beroepsziekte betreft, kunnen een afspraak plannen op het open spreekuur bij de bedrijfsarts.

Generieke arbeidsomstandigheden beheersmaatregelen

Werknemers moeten op de hoogte zijn van de risico’s en de maatregelen die getroffen moeten worden. Bij de te nemen maatregelen moet de biologisch arbeidshygiëne principe worden gehanteerd. Dit houdt in dat in eerste instantie naar bronmaatregelen wordt gekeken. Indien, ondanks organisatorische en technische maatregelen, onbeschermde blootstelling niet is uit te sluiten, moet geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt. Goede hygiëne maatregelen zijn altijd noodzakelijk.

  • Medewerkers die tijdens hun werk in contact komen met teken moeten goede voorlichting ontvangen (hygiëne, gebruik PBM, voorkomen en herkennen van EM- vroeg signalen;
  • Dat er toezicht wordt gehouden en dat er instructies (eventueel in meerdere talen) worden gegeven;
  • Zorg dat er periodiek aandacht is voor algemene hygiëne basismaatregelen en juist gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen;
  • Wijs op het belang van huidinspectie aan het eind van de werkdag
  • Wijs op het belang van het snel verwijderen van vastgebeten teken op de huid;
  • Wijs op het belang van registratie van het aantal tekenbeten en EM. Op individueel niveau kunnen tekenbeten gemeld worden op de website van de tekenradar. wijs op de teek op de week;
  • Zorg dat er geschikte voorzieningen aanwezig zijn op de werklocaties, zoals instrumenten om de teken van de huid te verwijderen;
  • Faciliteer dat medewerkers met een EM-huidafwijking:
    • Dat de medewerkers, snel, anoniem en gratis, behandeld worden met antibiotica;
    • Dat de behandelde medewerkers na behandeling medisch gevolgd worden;
    • Dat dit geregistreerd wordt in het kader van het kwaliteitsbeleid;
    • Dat de bedrijfsarts in staat wordt gesteld dit te melden als beroepsziekte.

 

Voorlichting en bedrijfsgeneeskundige beleid

Maken van FAQ voor medewerkers, met daarin aandacht voor verwijderen van vastgebeten teken, registratie en vroegbehandeling bij een EM.

 

PAGO/ PMO

Voor medewerkers die tijdens het werk verhoogde kans op blootstelling aan teken hebben, zoals medewerkers werkzaam bij fytosanitair & gewasbescherming, visstroperij, grond, landbouw en natuur, moeten de volgende instrumenten aangeboden worden:

  • Voorlichting, instructies en toezicht;
  • Vragenlijsten en registratie van het aantal tekenbeten, EM’s en medische behandelingen door de bedrijfsarts of huisarts.


Individueel Lyme-borreliose laboratoriumdiagnostiek worden ontraden. De reden hiervoor zijn:

  • Er slecht onderscheid kan worden gemaakt tussen acute en doorgemaakte infectie;
  • Ca. 75% van de Lyme infecties verlopen asymptomatisch;
  • Op basis van de statistische en epidemiologische gronden is er een grote kans op vals positieve resultaten.
  • In de groene sector is er sprake van een 25-30% serologische prevalentie. Dit tegen een achtergrond van een serologische prevalentie in de maatschappij van 5-10%. De kans op positieve testresultaten is dan ook aanzienlijk, zonder dat dit zich vertaald in enige klinische consequenties. Anderzijds geeft een positieve testuitslag vaak wel aanleiding tot ongerustheid;

 

Bedrijfsgeneeskundig arbeidsomstandigheden spreekuur

Medewerkers die vragen hebben over hun gezondheid in relatie tot hun werk en behandeling dienen laagdrempelig terecht te kunnen op het bedrijfsgeneeskundig open spreekuur.

Zie Arbokennisnet dossier Ziekte van Lyme en NVAB-richtlijn ziekte van Lyme en werk

Bestrijding bij de bron: Niet mogelijk, besmette teken komen overal voor in een groene omgeving
Organisatorische & technische maatregelen:

Technische maatregelen

  • Gezien de wijde verspreiding van teken in de natuur zijn technische beheersmaatregelen vaak niet effectief.

Organisatorische maatregelen

  • Pas (loop) routes aan zodat medewerkers de minste kans lopen op besmetting door het vermijden van dichte begroeiing, vochtige gebieden met hoog gras en gebieden met dode bladeren onder bomen en struikgewas.

Let extra op bij het werken met of in de buurt van dieren. Pas op met kadavers; daar kunnen veel teken op zitten.

  • Plan indien mogelijk risicowerkzaamheden in koudere perioden. Hierbij kan de tekenradar nuttige informatie verschaffen over de tekendichtheid. Verder de atlasleefomgeving voor andere informatie.
  • Installeer de tekenbeet app van het RIVM op je telefoon. Hierop vind je veel informatie en voorlichtingsmateriaal van het RIVM.


    tekenbeeet-app-qrcode

 

  • Zorg voor speciaal beleid voor zwangeren om de blootstelling zoveel mogelijk te minimaliseren door ze werkzaamheden aan te bieden waarbij het risico op het oplopen van een ziekte wordt geminimaliseerd.


Op de website van Stigas is veel informatie te vinden over preventieve maatregelen (website Stigas).

Persoonlijke beschermingsmiddelen:
  • Draag wanneer je een risicofunctie hebt de tekenwerende kleding (gesloten en huidbedekkend) uit het FSU-pakket (lange broek, sokken (gedragen over de broekspijpen), lange mouwen en cap). Deze met permetrine behandelde kleding voorkomt voor circa 90% dat teken lopend over de kleding de blote huid bereiken. Voor de eisen aan de kleding is NEN-8333 van toepassing. 
    Kleding, behandeld met permetrine die voldoen aan de NEN-norm, kan gedurende de hele (werk)dag veilig worden gedragen.
  • Geef voorlichting en houdt toezicht dat de kleding op de juiste wijze gedragen en gereinigd wordt.
  • Bij voorkeur kleding van een gladde stof en licht van kleur. Dit, zodat eventuele teken op de kleding direct zichtbaar zijn en verwijderd kunnen worden.
  • Verstrek insectenwerende middelen om de onbeschermde huid in te smeren. Let op: lees altijd voor gebruik van de insectenwerende middelen de gebruiksaanwijzing. 
  • Spuit onbehandelde sokken en schoenen eventueel in met 40% DEET.
    Smeer onbedekte huid in met 40% DEET. Volg altijd de gebruiksaanwijzing. Voor zwangere medewerkers wordt geadviseerd maximaal 30% DEET te gebruiken.
  • Zorg dat alle medewerkers de beschikking hebben over een tekenverwijderaar. Alle medewerkers die buiten werken krijgen een tekenpincet met scherpe punt en kunnen daarnaast nog kiezen uit een tekenlepel of een tekenkaart met loupe.
  • Draag altijd een goede tekenverwijderaar op zak en verwijder de teek zo snel mogelijk.
  • Geef voorlichting over het herkennen van een tekenbeet. Een (schapen) teek is erg klein, niet volgezogen 1 tot 3 mm. Het lijkt op een zwart puntje op je huid. Gebruik zo nodig een vergrootglas.
  • Zorg dat medewerkers hun huid en kleding goed controleren na werkzaamheden in de natuur. Kijk vooral op plaatsen waar de huid dun, warm en vochtig is. Verreweg het meest doeltreffend is de huidinspectie, liefst door een ander. Locaties op de huid waar extra aandacht aan moet worden besteed zijn liesplooien, knieholtes, bilspleet, randen van het ondergoed, oksels, achter de oren en de nek.
  • Zorg voor een systematische controle van het lichaam op teken (zie film systematische tekencontrole Stigas). https://youtu.be/G1Q4OEa5ydU1 op de 5 mensen met een tekenbeet heeft meerdere tekenbeten tegelijk.
  • Was werkkleding bij voorkeur op het bedrijf. Hierbij moeten de bijgeleverde gebruiks- en wasvoorschriften worden gevolgd. De geïmpregneerde kleding gaat tot 80 wasbeurten mee. De geïmpregneerde sokken gaan tot 60 wasbeurten mee.
Vaccinatie: Op dit moment is er geen vaccin tegen Lymeziekte beschikbaar. Er is wel een vaccin in ontwikkeling. Het is nog onduidelijk hoelang het gaat duren voordat het beschikbaar komt.
Pre-expositie beleid: Niet aan de orde.
Post-expositie beleid:
  • Bij een tekenbeet; de teek verwijderen met een tekentang en de beetplaats vervolgens desinfecteren met 70% alcohol of jodium. Op de website van het RIVM is te zien hoe een teek correct verwijderd kan worden. (verwijderen-van-teek) Verwijder de teek zo snel mogelijk en in ieder geval binnen 24 uur.
  • Voorkom dat de teek schrikt of platgedrukt wordt. Hij leegt dan namelijk zijn maaginhoud, waardoor de kans op besmetting toeneemt. Verdoof een teek daarom vooraf nooit met alcohol, jodium, olie, zeep, een brandende sigaret of een ander middel en knijp niet in het tekenlichaam.
  • Een medewerker moet een tekenbeet voor zichzelf vastleggen/registreren (datum, foto van plek op het lichaam; bij voorkeur direct als de teek er nog in zit). Registreer ook waar en bij welke werkzaamheden je gebeten bent. Meld het op tekenradar (tekenradar).
  • Plak de verwijderde teek vast aan bijv. plakband en gooi hem weg.
  • Blijf gedurende een periode van drie maanden alert op het ontstaan van een rode ring of vlek op de huid en/of griepachtige verschijnselen. Let op: Niet iedereen krijgt een rode ring of vlek en de rode ring of vlek verschijnt niet op de plaats waar je gebeten bent.
  • Indien er een vermoeden is op een erythema migrans (EM), zo spoedig mogelijk naar een arts gaan voor klinische diagnostiek en eventueel aansluitende behandeling;
    Registreer de datum en de locatie van Erythema Migrans op de huid.
  • Indien er klachten ontstaan (bijv. een kring/ring om de plek waar gebeten is, griepachtige verschijnselen), meldt de medewerker dit bij de bedrijfsarts. 
    De werkgever draagt zorg voor een adequate werkwijze waarbij er de juiste vervolgstappen worden genomen door de medewerker (contact met de bedrijfsarts/huisarts) en registratie in het medisch dossier van de arbodienst. De registratie kan ook gebruikt worden om eventueel eigen beleid aan te passen. 
  • Hiermee kunnen we zorgen voor goede begeleiding van medewerkers, inzicht krijgen in welke mate de ziekte van Lyme voor komt en zo nodig zorgen voor het bijstellen van protocollen/voorschriften ter verbetering van de preventie.
Risicogroepen (medische kwetsbaren):

Zwangeren:

Het werk tijdens de zwangerschap moet zo georganiseerd worden dat de blootstelling aan teken geminimaliseerd wordt. (NVAB, arbokennisnet, RIVM-toolkit, SER)

Gevallen van mogelijke transmissie zijn gedocumenteerd. In een serie van negentien zwangere vrouwen met Lyme-borreliose werden vijf verschillende complicaties gezien, uiteenlopend van huiduitslag, prematuriteit, congenitale afwijkingen tot intra-uteriene vruchtdood.

Niet medische risicogroepen
Werknemers met een tijdelijk contract, en buitenlandse werknemers.

Speciale aandacht voor werknemers die de Nederlandse taal niet machtig zijn meer aandacht voor arbeidsmigranten in arbobeleid). Voor meer informatie over lymeziekte vanuit patiënten perspectief, zie de website van de lymevereniging.

 

Geschreven op: 13-06-2017
Geüpdatet op: 10-06-2024