Beroepsinfectieziekte MRSA (community acquired)
Organisme: |
De Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus (MRSA) is een type Staphylococcus aureus (S. aureus) dat ongevoelig is voor behandeling met de meeste antibiotica. S.aureus-infecties worden onderverdeeld in huidinfecties en invasieve infecties. In het bredere veld van de problematiek rond antibioticaresistentie richt deze BAH-kaart zich specifiek op de MRSA. MRSA komt veel voor bij gezonde mensen zonder dat zij daar last van hebben. In Nederland en de Scandinavische landen ligt het percentage resistente iso Er is sprake van een beroepsziekte als een niet immune medewerkers besmet wordt door onbeschermd contact tijdens de werkzaamheden en daardoor ziek worden. laten relatief laag (rond de 1-2%), terwijl het gemiddelde percentage in Europa rond de 17% ligt. Dit komt waarschijnlijk door het strikte MRSA-beleid dat hier gevolgd wordt. In de Nederlandse ziekenhuizen wordt per jaar bij ongeveer 1500 mensen een MRSA-besmetting vastgesteld. Dit is vanwege de resistentie voornamelijk een probleem voor ziekenhuizen en verpleeghuizen; plekken waar veel antibiotica worden gebruikt en relatief veel kwetsbare patiënten zijn. De bacterie kan vooral een risico vormen voor mensen die al ziek zijn (open wonden, huidaandoeningen, intensive care). |
Transmissie: |
Direct contact -via de handen- is de belangrijkste besmettingsweg. Daarnaast vindt verspreiding plaats door de lucht (op huidschilfers, via aerosolen) of via secundaire bronnen in de directe omgeving (kleding, beddengoed, speelgoed). Bij virale infecties van de bovenste luchtwegen neemt bij een drager door niezen en hoesten de kans op verspreiding toe (zgn. superspreaders).
Iedereen kan drager worden. Minder dan 1% van de Nederlanders draagt MRSA bij zich, meestal in de neus of op de huid. Dragerschap is meestal van tijdelijke aard. |
Incubatietijd: |
Er is geen incubatieperiode te noemen want men kan korte of langere tijd drager zijn voordat men (mogelijk) klachten ontwikkelt. |
Medisch beeld: |
In de diverse richtlijnen wordt het volgende onderscheid gemaakt:
Personen met een MRSA-infectie zijn meestal besmettelijker dan personen die drager zijn Infecties ontstaan zowel onder de algemene bevolking, (community acquired), als in zorginstellingen (nosocomiale infecties). Zie voor meer informatie de LCI richtlijn MRSA. |
Diagnostiek: |
Kweken en PCR. Zie LCI richtlijn MRSA. |
Bestrijding bij de bron |
De search & destroy strategie in de gezondheidszorg in Nederland is gebaseerd op het zo snel mogelijk opsporen en behandelen van MRSA-infecties.
|
Organisatorische & technische maatregelen |
|
Melden beroepsziekten |
In het werk besmette werknemers die behandeld moeten worden dienen te worden gemeld als beroepsziekte. |
Preventie | |
|
Preventief kweken van medewerkers. Bij voorbeeld na blootstelling aan een besmette bron of na werken in een buitenlandse medische instelling. |
|
Handschoenen, barrièreschorten, bril, neus- en/of mondmaskers |
|
Er is geen vaccin. |
|
Werken in een omgeving waar crowding (veel mensen dicht op elkaar) is en de persoonlijke hygiëne suboptimaal, brengt risico’s op besmetting. |
|
Volgens de richtlijnen moeten werknemers met een MRSA-infectie geweerd worden voor patiëntgebonden werkzaamheden, totdat ze weer negatief zijn. Dat betekent, minimaal vier negatieve kweken met steeds een week ertussen. Omdat de besmetting veelal asymptomatisch verloopt betekent dit arbeidsongeschiktheid voor eigen werkzaamheden, zonder dat er sprake is van “ziekte”. Voor MRSA-dragerschap bij werknemers gelden de WIP-richtlijnen ‘MRSA-ziekenhuis’, ‘MRSA-verpleeghuis’, ‘MRSA-Verzorgingshuis’ en ‘MRSA- Revalidatiecentra’. Voor MRSA-dragerschap bij personeel van een kinderdagverblijf zijn geen extra maatregelen nodig. Voor MRSA-dragerschap bij personeel van bijvoorbeeld een medisch kinder(dag)verblijf of een hospice zie LCI-richtlijn Het is belangrijk dat instellingen duidelijke afspraken maken over hun infectiepreventiebeleid op MRSA en de rol van de bedrijfsarts. Afspraken betreffen bijvoorbeeld:
|
|
MRSA dragers kunnen ongemerkt derden besmetten. Goede hygiëne kan bijdragen om de kans op overdracht te verkleinen. |