Beroepsinfectieziekte Leptospirose

Organisme:

Leptospiren zijn spirocheten uit het genus Leptospira van de familie Leptospiraceae.

Leptospirose is een verzamelnaam voor meerdere ziektebeelden en komt wereldwijd voor.

Er zijn meer dan 250 verschillende typen (serovars) leptospiren bekend, ieder met hun eigen gastheer. Sommige serovars neigen ertoe ernstige vormen van leptospirose te veroorzaken (bijvoorbeeld ziekte van Weil), andere serovars veroorzaken vooral milde vormen (bijvoorbeeld melkerskoorts). Voor meer achtergrondinformatie, zie de LCI richtlijn.

Transmissie:

In principe kan bijna elk zoogdier een infectiebron of reservoir vormen, maar vooral knaagdieren (muizen en ratten zijn een bekend reservoir (modderkoorts en ziekte van Weil) en ook runderen (melkerskoorts) en insecteneters vormen een bron. Leptospiren worden uitgescheiden via de urine en treden direct of via de besmette omgeving wondjes of slijmvliezen van mond, neus of ogen binnen en door water huid.

Incubatietijd:

De incubatieperiode duurt 2 tot 30 dagen, meestal 7 tot 12 dagen.

Medisch beeld:

De ernst van de ziekte kan variëren van subklinische of (milde) griepachtige klachten tot levensbedreigende of dodelijke vormen. Het merendeel van de infecties verloopt asymptomatisch of mild. Milde vormen van leptospirose worden vaak niet herkend. Het ziektebeeld is uiterst variabel en symptomen kunnen overeenkomen met die van een groot aantal andere  infecties en ziektebeelden zoals bijvoorbeeld influenza, hepatitis, gele koorts, dengue, hantavirus infectie, meningitis, pneumonie, rickettsiose, malaria.

Ziekte van Weil

De ziekte van Weil is van dier op mens besmettelijk en komt over de hele wereld voor. Deze vorm van leptospirose is in Nederland zeldzaam maar in jaren van milde winters -met een toename van ratten/muizen- en warme zomers -met een toename van waterrecreatie- kan de incidentie oplopen. De ziekte van Weil wordt gekenmerkt door een acuut ziektebeeld met griepachtige verschijnselen: plotselinge koorts van 39- 40°C, koude rillingen, buikpijn, braken, hevige hoofdpijn en spier- en gewrichtspijn, vooral in de kuitspieren. Zonder tijdige herkenning en adequate ondersteunende behandeling (vooral dialyse en beademing), kan de ziekte in 20 tot >50% van de gevallen tot de dood leiden. 

Modderkoorts

Het beloop van modderkoorts is wisselend, maar meestal is het verloop milder dan dat van de ziekte van Weil. De ziekteverschijnselen zijn divers. Voor meer achtergrondinformatie, zie de LCI richtlijn

Melkerskoorts

Deze rundergerelateerde vorm (leptospirose hardjo) wordt veroorzaakt door opspattende urine van runderen in een melkstal.Besmetting veroorzaakt een minder ernstig beeld vergeleken met een besmetting met andere leptospiren. Het betreft milde griepachtige verschijnselen en hierdoor wordt de diagnose vaak niet gesteld. Door actieve bestrijdingsprogramma (bv tankmelkonderzoek/bloedonderzoek bij runderen) komt de leptospirose hardjo in Nederland zelden meer voor.

Diagnostiek:

Afhankelijk van het stadium van de infectie, PCR, serologie en kweek. Het nadeel van een kweek is dat de uitslag weken/maanden kan duren.  Materiaal kan worden opgestuurd naar het KIT (Koninklijk Instituut voor de Tropen) ter diagnostiek en typering


Werkgerelateerde diagnostiek

Oorzaken van infecties bij werknemers zijn hoofdzakelijk

  • werken in vochtige (met ratten- of muizenurine/uitwerpselen besmette) aarde/buitenwaters/tuinen/vijvers waar besmette ratten/muizen leven. Ook zwemmende honden -die niet zijn ingeënt- raken hierdoor mogelijk besmet
  • direct contact met (urine van) ratten of muizen

Beroepen met een verhoogde kans op blootstelling zijn onder andere veeboeren, land- en tuinbouwers, hoveniers (die in vochtige aarde of aan slootranden werken), , dierenartsen, dierplaagbeheersers (zoals muskusrattenvangers) (KAD), riool- en constructiewerkers en baggeraars. Ook werkers in de vleesindustrie, jagers, boswachters, militairen en anderen die in het kader van beroep veelvuldig met (wilde) dieren en/of oppervlaktewater of modder in aanraking komen lopen risico op besmetting.  Ten aanzien van reizigers naar tropische landen zie de website van het LCR en het CDC.

Melden beroepsziekten

Er is sprake van een beroepsziekte als een niet immune medewerkers besmet wordt door onbeschermd contact tijdens de werkzaamheden en daardoor ziek worden. 

Preventie

  • Bestrijding bij de bron

Effectieve ongediertebestrijding, maar dit is vaak niet mogelijk.

  • Organisatorische & technische maatregelen

Preventie bij de mens is vooral gericht op het voorkómen van contact met besmette dieren en de besmette omgeving. Dit houdt in

  • het consequent toepassen van hygiënische maatregelen (was handen na contact aarde/water)
  • dragen van beschermende kleding (rubberlaarzen, rubberen handschoenen, bril en neus-mondkap) door werkers in besmette terreinen/met besmette dieren
  • afdekken van wondjes
  • het reinigen van de werkkleding aan het eind van een werkdag.
  • extra aandacht gaat uit naar risicovolle werkzaamheden in tropische landen, hiervoor dient specifieke reizigersadvisering en voorlichting plaats te vinden
  • bij intensieve behandeling of verzorging van leptospirosepatiënten is toepassing van strikte hygiëne van belang en dienen handschoenen en wegwerpschort gedragen te worden
  • stofvormend werk moet worden voorkomen in een (potentieel) besmette omgeving. Bijvoorbeeld door bij het werken in/op droge oppervlakten, deze nat te maken. Hanschoenen dienen te worden gedragen en opspattend water (denk aan schoonmaakwerkzaamheden) moet daarbij worden vermeden.
  • Persoonlijke beschermingsmiddelen

Zie Organisatorische & technische maatregelen.

  • Therapie & vaccinatie

Als geneesmiddel van eerste keus dient penicilline G. Er is een humaan vaccin ontwikkeld (met wisselende effectiviteit), maar dat is niet in Nederland geregistreerd.

  • Risicogroepen (medische kwetsbaren)

Oudere werknemers: risico op ontwikkeling van ernstige vormen van leptospirose neemt toe met toenemende leeftijd en afnemende lichamelijke conditie.

Zwangeren: besmetting tijdens de zwangerschap kan leiden tot abortus, intra-uteriene vruchtdood en congenitale leptospirose. Zwangere vrouwen moet ontraden worden in een omgeving te werken waar verhoogde kans op blootstelling is.

  • Arbobeleid

 Zie Organisatorische & technische maatregelen. 

Voorlichting aan risicogroepen zie ook folder ‘Aandachtspunten bij het werken met in het wild levende ratten”.

Indien er sprake is van gericht werken, bijvoorbeeld in een laboratorium, zie Safety Data Sheet leptospirose.

  • Risico voor derden

Mens-op-mens besmetting is beschreven maar zeldzaam.