Beroepsinfectieziekte Dengue

Organisme:

Het Denguevirus (of knokkelkoorts) is een muggen-overdraagbaar arbovirus van het genus Flavivirus in de familie Flaviviridae en is de veroorzaker van dengue. Er zijn vier serotypes van denguevirus beschreven. Recent is het vijfde serotype ontdekt. Voor meer informatie, zie de LCI richtlijn, WHO, CDC. In continentaal (Europees) Nederland komt dengue alleen voor als importziekte.

Transmissie:

De mens is het belangrijkste reservoir. Mensen worden via een beet van overdag actieve besmette Aedes-muggen geïnfecteerd. Dengue wordt niet direct van mens op mens overgedragen. De belangrijkste vectoren van het denguevirus zijn de gelekoortsmug Aedes aegypti, en de Aziatische tijgermug Aedes albopictus. Dengue komt met name voor in (sub)tropische gebieden. Voor meer informatie, zie de LCI richtlijn.

Incubatietijd:

De incubatieperiode voor dengue ligt tussen 3-14 dagen, maar meestal tussen de 4-7 dagen, na een beet van een geïnfecteerde mug.

Medisch beeld:

Het denguevirus is de veroorzaker van dengue (dengue fever of knokkelkoorts) of van ernstige dengue (vormen met ernstige complicaties zoals de hemorragische koorts of dengue shocksyndroom - deze zijn indien onbehandeld levensbedreigend).
Ongeveer 40-80% van de geïnfecteerde personen vertoont geen symptomen.

Het overgrote gedeelte van de geïnfecteerde personen met symptomen heeft milde verschijnselen als algehele malaise, plotseling opkomende koorts, hoofdpijn (achter de ogen), spier- en gewrichtspijn,  misselijkheid, braken, hoesten, keelpijn en huiduitslag.
Niet ernstige infecties herstellen na een aantal dagen tot een week

De term 'knokkelkoorts' is afkomstig van de vaak karakteristieke gewrichtspijnen. Na de eerste ziektedagen treden gastro-intestinale en respiratoire klachten op (misselijkheid, braken, hoesten, keelpijn, smaakveranderingen). Met het afnemen van de koorts breekt er een tweede exantheemfase aan en verschijnt een maculopapulair (morbilliform) niet -jeukend exantheem op romp en later op ledematen en gezicht; handpalmen en voetzolen blijven veelal vrij. Herstel hiervan gaat soms met schilfering gepaard. Herstel is in ongecompliceerde gevallen snel en volledig. Tijdens de tweede exantheemfase kan er ook weer een verhoging van de lichaamstemperatuur optreden, waardoor de typische bifasische curve ontstaat (zogenaamde zadelkoorts).

Een infectie met één van de serotypes geeft levenslange immuniteit tegen dat serotype (homotypische immuniteit). Echter; deze bescherming is onvolledig en voorbijgaand en kan zelfs de kans op ernstige dengue vergroten. Voor meer informatie, zie de LCI richtlijn.

Diagnostiek:

Diagnostiek vindt meestal plaats door middel van serologie waarbij IgG en IgM antilichamen worden gemeten met behulp van een ELISA. . Voor meer informatie, zie de LCI richtlijn.

Werkgerelateerde diagnostiek

Het wonen in/reizen naar een endemisch gebied.

Melden beroepsziekten

Er is sprake van een beroepsziekte als een niet immune medewerkers besmet wordt door onbeschermd contact tijdens de werkzaamheden en daardoor ziek worden. 

Preventie
  • Bestrijding bij de bron

Het vermijden van reizen naar landen waar dengue voorkomt. Zie hiervoor www.lcr.nl en de website van het CDC.

  • Organisatorische & technische maatregelen

Goede voorlichting aan expats/werknemers werkzaam in endemische gebieden t.a.v. preventieve maatregelen. Zie hiervoor www.lcr.nl.
Na het doormaken van dengue zijn het nemen van muggenwerende maatregelen nog steeds en van extra belang

  • Persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Antimuggenmaatregelen, zoals een met muggenwerende olie geïmpregneerd muskietennet
  • Dragen van bedekkende kleding.
  • De onbedekte huid insmeren met een muggenwerend middel dat DEET (Diethyltoluamide) bevat.
  • Preventie van muggenbeten is vooral van belang in de vroege ochtend en namiddag wanneer de Aedes-muggen actief zijn.

Meer informatie over muggen/insecten overdraagbare infectieziekten kan worden gevonden op de LCR website.

  • Therapie & vaccinatie

 Symptomatisch en rehydratie bij koorts. Er is nog geen vaccin in Nederland beschikbaar.

  • Risicogroepen (medische kwetsbaren)
  • Aanwezigheid van heterologe antistoffen (kruisreactie door antistoffen t.g.v. een eerdere infectie);
  • Leeftijd: vooral jonge kinderen hebben een groter risico op ernstige dengue.
  • Etniciteit;
  • Chronische aandoeningen (astma, sikkelcelanemie en diabetes mellitus).
  • Arbobeleid

Goede voorlichting aan expats/werknemers werkzaam in endemische gebieden t.a.v. preventieve maatregelen. Zie hiervoor www.lcr.nl.

  • Risico voor derden

Dengue is niet van mens-op-mens overdraagbaar.