Beroepsinfectieziekte waterpokken (varicellazostervirus, gordelroos)
Organisme: |
Varicella (waterpokken, Engels: chickenpox) wordt veroorzaakt door het varicellazostervirus (VZV), één van de herpesvirussen. Het VZV is een dubbelstrengs DNA-virus met een lipide envelop. Het behoort tot de familie der herpesviridae. Infecties met het VZV komen overal ter wereld voor. In gebieden met een gematigd klimaat heeft meer dan 95% van de 12-jarigen waterpokken doorgemaakt, dit in tegenstelling tot de (sub)tropen waar de seroprevalentie op 12-jarige leeftijd niet meer is dan 50%. In onderzoek onder de algemene Nederlandse bevolking is de seroprevalentie hoog; 95% van de in Nederland opgroeiende kinderen heeft op de leeftijd van 6 jaar waterpokken doorgemaakt. De seroprevalentie neemt sterk toe met de leeftijd, van 28% voor 1-jarigen tot 52% bij 2-jarigen, 70% bij 3-jarigen, 78% bij 4-jarigen en 85% bij kinderen van 5 jaar. Het VZV is na het mazelenvirus het meest besmettelijke virus; 80-90% van de seronegatieve (niet immune) blootgestelden zal klinisch waterpokken ontwikkelen. Zie, LCI richtlijn, WHO, CDC en ECDC. |
Transmissie: |
Het virus zit in de keel en neus van iemand die geïnfecteerd is. De besmetting verloopt door direct contact met vocht uit de waterpokkenblaasjes of door hoesten, niezen en praten -via druppels op korte afstand en aerogeen via druppelkernen (aerosolen) op grotere afstand-.
Iemand is besmettelijk (uitgaande van een gezonde persoon), twee dagen vóór het verschijnen van de blaasjes totdat de laatste blaasjes zijn ingedroogd. De korstjes zijn niet meer besmettelijk. |
Incubatietijd: |
10-21 dagen (meestal 13-18 dagen). |
Medisch beeld: |
Kenmerkend bij kinderen is een plotseling begin, soms na een prodromaal stadium van enkele (1-2) dagen met (lichte) koorts en hangerigheid. Soms eerst een dag roodheid van de huid. Daarna rode vlekjes beginnend op hoofd of romp met verdere ontwikkeling tot bultjes en daarna tot blaasjes die veel jeuk veroorzaken. De blaasjes hebben een rode hof en een heldere inhoud. In golven ontstaan er steeds weer nieuwe vlekjes, bultjes en blaasjes. Meestal zijn er 5-7 nieuwe golven. Conjunctivae en slijmvliezen van mond en keelholte kunnen aangedaan zijn; dit geeft soms zeer pijnlijke zweertjes in de mond en keel. De jeuk kan zo heftig zijn dat deze medicamenteus moet worden bestreden. Binnen enkele dagen zijn alle blaasjes ingedroogd tot korstjes. De ziekteverschijnselen duren ongeveer 10 dagen. Na infectie blijft het virus, na transport via de sensibele zenuwbanen, latent aanwezig in de sensibele ganglia. Het precieze mechanisme van deze latente aanwezigheid is niet duidelijk. Bij een verminderde immuniteit kan het virus worden gereactiveerd en huidverschijnselen en pijn geven in een of meerdere dermatomen. Men spreekt dan van gordelroos. |
Diagnostiek: |
De diagnose wordt in eerste instantie op klinische gronden gesteld en in tweede instantie op basis van serologie (IgG en IGM titers) en/of PCR (op blaasjesvocht). |
Werkgerelateerde diagnostiek |
Iedereen die niet gevaccineerd is of niet op natuurlijke wijze immuniteit heeft verworven, kan geïnfecteerd worden. |
Melden beroepsziekten |
Er is sprake van een beroepsziekte als een niet immune medewerkers besmet wordt tijdens de werkzaamheden. Melden van beroepsgerelateerde gevallen op www.beroepsziekten.nl |
Preventie | |
|
Onderzoek heeft aangetoond dat een positieve anamnese - bij mensen die in Nederland/West-Europa zijn geboren en opgegroeid - voor waterpokken bijna 100% betrouwbaar is, terwijl een negatieve anamnese bij volwassenen in 75% van de gevallen antistoffen laat zien. |
|
Een bronbenadering is niet mogelijk. Ongeveer 95% van de Nederlandse bevolking is immuun en iemand is al besmettelijk voordat ziekteverschijnselen optreden. |
|
Indien er met een bekende varicellapatiënt wordt gewerkt, bijvoorbeeld op een kinderafdeling, dan dient er gebruik te worden gemaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals neus-mond bescherming, oogbescherming, handschoenen en eventueel een schort. |
|
Medicamenteuze behandeling is alleen geïndiceerd bij patiënten met een verhoogd risico op ernstig beloop, bijvoorbeeld zwangeren. Bij kinderen verloopt het herstel meestal spontaan. |
|
Medisch kwetsbare werknemers: - Niet immune werknemers, met name de groep met een aangeboren/verworven immuunfdeficiëntie Een ernstig verloop van waterpokken kan worden gezien bij de volgende groepen patiënten:
Hier eventueel de risicoberoepen bijzetten, staan nu onder risico voor derden |
|
Wat het indiensttredings- en screeningsbeleid betreft, zie organisatorische & technische maatregelen.
Voor medewerkers dient goede voorlichting plaats te vinden over infectiersico’s, transmissieroute, belang van de immuunstatus en eventuele beschermende maatregelen (handschoenen bij mogelijk contact met open blaasjes) Indien er gericht met het VZV wordt gewerkt, bijvoorbeeld in een laboratoriumsituatie, zie de Safety Data Sheets. Het VZV valt onder klasse 2 van de risicoclassificatie van biologische agentia |
|
Varicella is van mens op mens overdraagbaar en één van de meest besmettelijke infectieziekten. Een niet immune persoon heeft bij onbeschermd contact ongeveer 80%-90% kans om ziek te worden. Gezondheidswerkers werkzaam op kinderafdelingen, kraamafdelingen en SEH, hebben een relatief grote kans op onbeschermde blootstelling (denk hierbij ook aan schoonmaakwerkers, studenten, paramedisch personeel). Een actief screenings- en vaccinatiebeleid, bij voorkeur bij indiensttreding, is voor deze groepen dan ook wenselijk. |