Beroepsinfectieziekte Rotavirus

Organisme:

Het rotavirus is een dubbelstrengs-RNA-virus dat een sterke gelijkenis vertoont met virussen uit de familie van Reoviridae. De naam van het virus is ontleend aan het Latijnse ‘rota’ (= wiel) vanwege het wielvormige uiterlijk van het virus onder de elektronenmicroscoop.

Rotavirus is wereldwijd een belangrijke veroorzaker van gastro-enteritis, vooral bij kinderen in de leeftijd van 6 tot 24 maanden en bij ouderen. Wereldwijd sterven 200.000 tot 450.000 kinderen jonger dan 5 jaar aan de gevolgen van een rotavirusinfectie.  In Nederland gaat het om 190.000 gevallen per jaar met een range van 110.000 tot 325.000. Er lijkt sprake van enige mate van kruisbescherming; nadat iemand een infectie heeft doorgemaakt, verloopt een tweede infectie meestal milder. Voor meer achtergrondinformatie,  zie LCI, CDC, WHO en GOV.

Transmissie:

Transmissie vindt voornamelijk direct feco-oraal plaats en indirect door contact met besmette voorwerpen (bijvoorbeeld speelgoed, voedsel), via de handen van bijvoorbeeld personeel , via besmet water (bijvoorbeeld bij onvoldoende gechloreerd zwemwater) of via de lucht (via luchtgebonden druppels).

De besmettelijke periode begint in de acute fase, gekenmerkt door en/of diarree, koorts en braken en duurt meestal tot ongeveer de 8e ziektedag.

Rotavirussen zijn zeer infectieus vanwege de volgende redenen:

  • Op niet-poreuze en/of harde oppervlakken kan het virus enkele dagen overleven;
  • Het virus is zuurbestendig, zeer stabiel in water en relatief resistent tegen uitdroging;
  • De minimale infectieuze dosis is laag en tijdens een infectie worden grote hoeveelheden virus via de feces uitgescheiden;
  • Asymptomatische dragers zijn niet ziek en wel een lange tijd besmettelijk.

Incubatietijd:

De incubatieperiode duurt 2 tot 4 dagen na besmetting.

Medisch beeld:

Rotavirusinfecties worden gekenmerkt door een trias van plotseling opkomende diarree, koorts en braken. In een minderheid van de gevallen zijn er slechts één of twee van deze symptomen. Het ziektebeeld begint acuut met koorts en braken. 1-2 dagen later volgt een overvloedige, frequente, waterige diarree die tot 7 dagen kan aanhouden.

Bij volwassenen kan het verloop zeer variabel zijn. Bij het merendeel verloopt de infectie subklinisch, waarschijnlijk door eerder verkregen immuniteit, maar bij sommigen kan de infectie zeer ernstig verlopen (uitdrogingsverschijnselen).

Diagnostiek:

Via PCR of serologie.

Werkgerelateerde diagnostiek

Vaak is er sprake van uitbraken in situaties waar veel mensen dicht op elkaar wonen en werken, bijvoorbeeld in een ziekenhuis, verzorgingshuis of in kindercentra. Indien er meerdere mensen tegelijkertijd worden besmet wordt vaak ook de GGD ingeschakeld voor verder beleid en onderzoek (zie meldingsplichtige ziekten).

Melden beroepsziekten

Er is sprake van een beroepsziekte als medewerkers besmet worden door onbeschermd contact tijdens de werkzaamheden en daardoor ziek worden. Beroepsziekten kunnen worden gemeld op de NCVB website.

Preventie
  • Bestrijding bij de bron

De belangrijkste bronmaatregel is een goede algemene hygiëne.
Voor de zakenreiziger zijn een adequate hand- en voedselhygiëne de meest preventieve maatregelen.

  • Organisatorische & technische maatregelen

Goede voorlichting, werken volgens de hygiënerichtlijnen, inclusief een goede handhaving en toezicht en het beschikbaar stellen van voldoende sanitaire voorzieningen en persoonlijke beschermingsmiddelen (bijvoorbeeld wegwerphandschoenen en schort en bij mogelijke aerosolvorming adembescherming).
Handenwassen is de meest zinvolle preventieve maatregel. Handhygiëne wordt uitgevoerd met water en zeep of met gebruik van een handalcohol op ethanolbasis. Voor meer informatie over handhygiëne, zie ook vijf momenten voor handhygiëne.

  • Persoonlijke beschermingsmiddelen

Indien er gericht wordt gewerkt met het rotavirus of indien er sprake is van een verhoogde kans op (in)directe transmissie of aerosolen (luchtgebonden druppels) wordt gebruik van PBM geadviseerd.

  • Therapie & vaccinatie

Voornamelijk symptomatisch, het bestrijding van dehydratie. Er is een vaccin beschikbaar maar ter preventie is dit niet gangbaar. Zie hiervoor het Gezondheidsraadadvies: “werknemers & infectieziekten: criteria voor vaccinatie”.

  • Risicogroepen (medisch kwetsbaren)
  • Immuungecompromitteerde personen (hiv, beenmergtransplantaties, T-cell immuunafwijkingen, etc.);
  • prematuren die voor 32 weken geboren zijn;
  • à terme geboren kinderen met een laag geboortegewicht (<2500g);
  • kinderen met aangeboren aandoeningen, zoals congenitale hartafwijkingen, syndromen.

 

  • Arbobeleid

Werknemers werkzaam in sectoren waar veel mensen dicht op elkaar werken en wonen, lopen een verhoogd risico. Hierbij kan gedacht worden aan: ziekenhuizen, verpleeghuizen en instellingen waar er met kinderen wordt gewerkt. Zie verder ook het draaiboek gastro-enteritis en voedselvergiftiging.
Indien er gericht met het rotavirus wordt gewerkt, bijvoorbeeld in een laboratoriumsituatie zie de Safety Data Sheets.

  • Risico voor derden

Het rotavirus is zeer besmettelijk via (in)direct contact en via de lucht (bijvoorbeeld bij reinigen sanitair). Wanneer een werknemer betrokken is bij bereiding, behandeling of verpakking van eet- en drinkwaren of bij verpleging/verzorging en klinische verschijnselen van infectie heeft: indicatie tot tijdelijk ander werk, tot klachtenvrij. Dit gebeurt in overleg met leidinggevende en/of bedrijfsarts. Na doormaken van een rotavirusinfectie blijven hand- en toilethygiëne van extra belang, hierop dient toezicht te zijn.