Beroepsinfectieziekte TBC
Organisme: |
Tuberculose is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de tuberkelbacterie (Mycobacterium tuberculosis). De naam is ontleend aan de typerende ‘tubercula’ (Latijn, meervoud voor knobbel) die worden aangetroffen in de aangedane weefsels en die zijn ontstaan door een granulomateuze ontstekingsreactie. Een belangrijke eigenschap van de tbc-bacterie is dat deze na infectie lange tijd (tot een mensenleven) latent aanwezig kan blijven in het lichaam. Onder voor de bacterie gunstige omstandigheden (zoals een hiv-infectie, diabetes mellitus, ondervoeding, alcohol-/drugsverslaving, hemodialyse of behandeling met immunosuppressiva (TNF-alfaremmers) kunnen latent aanwezige tbc-bacteriën opnieuw gaan delen en ziekte veroorzaken. |
Transmissie: |
Besmetting met tuberkelbacteriën komt bijna altijd via aerogene weg tot stand, via een patiënt met (besmettelijke) longtuberculose. Na hoesten, niezen of spreken kunnen besmette sputumdruppels indrogen tot druppelkernen die langere tijd in de lucht blijven zweven en bij inademing in de longblaasjes van de nieuwe gastheer kunnen doordringen. In vochtige warme lucht is overleving in druppelkernen gedurende uren mogelijk; in pus of sputumcontainer meerdere dagen. |
Incubatietijd: |
Acht weken tot levenslang. Meestal treedt ziekte binnen 2 jaar na de besmetting op, maar het kan ook tientallen jaren duren. |
Medisch beeld: |
De meest voorkomende symptomen van tuberculose zijn algemene verschijnselen (koorts, moeheid, lusteloosheid, vermagering, subfebriele temperatuur en nachtzweten) en/of symptomen veroorzaakt door de lokalisatie van het ziekteproces in de long of in andere organen, zoals bij longtuberculose hemoptoë, pijn in de borstkas en kortademigheid. Een primaire infectie verloopt meestal symptoomloos; na ongeveer 6 weken heeft het lichaam doorgaans genoeg afweer ontwikkeld om de infectie in te dammen (er vormt zich een zg primair complex, zichtbaar op de longfoto). Bij ongeveer 1% van de mensen zal aansluitend aan besmetting tuberculose ontstaan. Wel blijven overal in het lichaam nog latente (‘slapende’) tuberculosebacteriën achter. Een persoon met een latente infectie kan geen anderen besmetten Bij ongeveer 10% zal hieruit latente tuberculose ontstaan: na de primaire infectie kan later, soms pas na jaren, de latente bacterie actief worden en kan alsnog tuberculose ontstaan. Dit treedt met name op wanneer sprake is van een verminderde afweer (hiv-patiënten, ouderen, status na transplantatie). Dit is de zogenaamde post-primaire tuberculose. Door preventief medicatie te slikken vermindert de kans hierop
Ook bij post-primaire vormen van tuberculose zijn er algemene verschijnselen die weinig typisch zijn, tenzij een duidelijke lokalisatie op de voorgrond staat. Bij longtuberculose bestaat meestal een aanhoudende productieve hoest en eventueel hemoptoë. Men spreekt dan van open tuberculose, welke aerogeen besmettelijk is. Spondylitis tuberculosa kan zich behalve door rugpijn ook manifesteren door een verzakkingsabces. Lymfadenitis tuberculosa manifesteert zich meestal door pijnloze klierzwelling, bijvoorbeeld in de hals. Niertuberculose kan hematurie of steriele pyurie als enige symptoom hebben. |
Diagnostiek: |
Bij de diagnostiek moet een onderscheid worden gemaakt tussen de diagnostiek van infectie (latente TBC) en de diagnostiek van actieve ziekte.
Diagnostiek van actieve ziekte:
Voor meer informatie zie de LCI richtlijn. |
Werkgerelateerde diagnostiek |
Nieuwe werknemers die in aanraking kunnen komen met besmettelijke patiënten of materialen worden bij indiensttreding gescreend, zodat er sprake is van een nulmeting. |
Melden beroepsziekten |
Indien er sprake is van een Mantoux/IGRA omslag na contact met een patiënt of besmette materialen of instrumentarium, dient dat gemeld te worden als beroepsziekte NCVB. |
Preventie |
|
|
Niet altijd mogelijk. Soms is er sprake van een aspecifiek klinische beeld en treedt onopgemerkt besmetting op. |
|
Naast goede voorlichting en instructies en goed gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen wordt aanvullend screening aanbevolen voor werknemers die in aanraking kunnen komen met personen/patiënten met infectieuze tuberculose
In dit laatste geval dient de werknemer protocollair te worden gescreend na een aantal weken en, indien er sprake is van een afwijkende Mantoux/IGRA, verwezen te worden naar de tuberculose afdeling van de lokale GGD voor verdere follow-up en behandeling. Zie hiervoor LCI richtlijn |
|
De M. tuberculosis behoort tot de klasse 3 agentia. Dit betekent dat er bij gericht werken, bijvoorbeeld in een laboratorium, sprake is van strenge wettelijke eisen. Hiervoor kan er contact worden opgenomen met de lokale biologische veiligheidsfunctionaris. Indien er kans bestaat op aerogene transmissie is een mond-neusmasker met minimaal FFP3 beschermingsniveau vereist. Voor meer informatie over de diverse beschermingsmaatregelen, zie safety data sheet en de WIP. |
|
Actieve vaccinatie: de Bacillus Calmette-Guérin (BCG) vaccinatie. Het BCG vaccin is een gevriesdroogd vaccin van een levende verzwakte stam van de Mycobacterium bovis-bacterie. Deze vaccinatie voorkomt de mogelijk ernstige gevolgen van tuberculose (zoals meningitis). In landen waar tuberculose vaak voorkomt wordt tegen de ziekte gevaccineerd. In Nederland worden alleen kinderen gevaccineerd die jonger zijn dan 12 jaar en van wie ten minste één ouder uit een land komt waar tuberculose vaak voorkomt. Verder wordt vaccinatie van volwassenen bij reizen naar bepaalde landen geadviseerd als de reisduur langer is dan 12 maanden. Raadpleeg hiervoor een deskundig arts reizigersadvisering (LCR).
Therapie |
|
Personen met een gestoorde of verminderde cellulaire immuniteit, zoals hiv-geïnfecteerden en patiënten die behandeld worden met immuunsuppressiva (bijv. anti-rejectietherapie na weefseltransplantatie en TNF-alfa-remmers bij reumatoïde artritis) hebben een 10-100 keer grotere kans op ziekte indien geïnfecteerd. |
|
Werknemers at risk zijn degenen die werken met risicogroepen: asielzoekers, immigranten uit landen met een hoge tuberculoseprevalentie, gedetineerden, nauwe contacten met besmettelijke patiënten of materialen/instrumentarium (gezondheidszorg, laboratoriumpersoneel (ook snij- of prikincidenten aan besmet materiaal bv pus/sputum; parenterale besmetting is beschreven) en reizigers naar endemische gebieden. Zie hiervoor de LCR en de KNCV websites.
|
|
De M. tuberculosis is besmettelijk van mens-op-mens. Wering (werk, school, kinderdagverblijven) gedurende de besmettelijke periode. De beoordeling of de besmettelijke periode voorbij is behoort tot de deskundigheid van de behandelend (long)arts en van de arts en verpleegkundige tuberculosebestrijding en gaat in samenspraak met de Arbodienst of bedrijfsarts.
|