Beroepsinfectieziekte Campylobacter

Organisme:

Campylobacteriose is de verzamelnaam voor ziektebeelden veroorzaakt door gramnegatieve bacteriën van het genus Campylobacter. De naam Campylobacter komt uit het Grieks en is samengesteld uit het woord ‘campylo’, dat gebogen betekent, en ‘bacter’ dat staaf betekent.

Er zijn een aantal soorten Campylobacter spp. waarvan de meest voorkomende Campylobacter jejuni en Campylobacter coli zijn. Gastro-enteritis door Campylobacter spp. is endemisch in de gehele wereld. In ontwikkelingslanden komen bij kinderen veel meer infecties voor dan in geïndustrialiseerde landen, zowel symptomatisch als asymptomatisch.

Het aantal gevallen van gastro-enteritis door Campylobacter in Nederland wordt geschat op 80.000, waarvan 18.000 patiënten hun huisarts bezoeken. Naar schatting vinden er jaarlijks meer dan 600 ziekenhuisopnamen plaats met dertig sterfgevallen.

Voor meer informatie zie LCI richtlijn, WHO, CDC, ECDC en OSHA.

Transmissie:

De besmetting verloopt hoofdzakelijk feco-oraal. Direct door contact met dieren (m.n. pluimvee en jonge honden, katten) en indirect door het eten/drinken van voedsel (rauw/ongaar vlees), ongepasteuriseerde melk of water dat verontreinigd is met ontlasting van dieren die de bacterie bevat. Ook is stof- of druppel gemedieerde overdracht in pluimveeslachthuizen beschreven.

Incubatietijd:

1-7 dagen, meestal 3 dagen.

Medisch beeld:

Een groot gedeelte van de infecties met Campylobacter spp. leidt niet tot klinische verschijnselen. Als er klachten zijn gaat dit relatief frequent gepaard met buikpijn en bloed bij de ontlasting. Buikkrampen, diarree en misselijkheid met braken beginnen gemiddeld drie dagen na besmetting. De ernst van de gastro-intestinale klachten varieert van dunne ontlasting tot hevige waterige of bloederige diarree tot meer dan tien keer per dag. De gastro-intestinale verschijnselen duren meestal één tot zeven dagen en gaan vanzelf over, de koorts verdwijnt meestal binnen 72 uur.
In zeldzame gevallen kunnen complicaties ontstaan: reactieve arthritis (Syndroom van Reiter) of (zeldzamer) het Guillain-Barrésyndroom.
Boven de leeftijd van 20 jaar heeft vrijwel iedereen antistoffen tegen de campylobacter, desondanks komen herinfecties op latere leeftijd regelmatig voor.

Diagnostiek:

De kweek van feces of bloed is de gouden standaard

Werkgerelateerde diagnostiek

Campylobacter infecties worden vooral beschreven in sectoren waar met dieren en dierlijke materialen wordt gewerkt (met name in de eerste weken na indiensttreding). Hierbij kan worden gedacht aan pluimvee-, varkens- en rundveehouderij, slachthuizen, voedsel- en vleesverwerking (denk bij deze sectoren ook aan werknemers in schoonmaak/ bezoekers/inspecteurs), kinderboerderijen, dierenartsenpraktijken, etc. Zie hiervoor de blauwdruk biologische agentia, RIE Pluimveeverwerkende bedrijven en de RIE slachterijen roodvlees, keurmerk kinderboerderijen en voor voedselveiligheid zie: rijksoverheid.

Melden beroepsziekten

Indien er in het kader van het werk medewerkers besmet worden, dient dit gemeld te worden als beroepsziekte (www.beroepsziekten.nl).

Preventie

  • Organisatorische & technische maatregelen
  • Goede voorlichting. Vooral in branches waar er met dieren of verontreinigde materialen wordt gewerkt. Zie werkgerelateerde diagnostiek.
  • Goede sanitaire voorzieningen.
  • Goede hygiënerichtlijnen en toezicht op juiste toepassing van voedsel-, hand- en toilethygiëne.
  • Schoonmaakprotocollen, Zie hiervoor de WIP richtlijnen.
  • Desinfectie en waterzuivering in endemische gebieden naast instructie tot het goed wassen van voedsel en voldoende verhitten van vlees tijdens de bereiding.
  • Bestrijding bij de bron

Voorkómen van blootstelling aan feces en met feces verontreinigd (oppervlakte- of ondiep grond)water/voedsel. Niet nuttigen van rauw, ongekookt of ongepeld voedsel in endemische gebieden. Zie hiervoor Five keys of safer food (WHO).

  • Persoonlijke beschermingsmiddelen

Handschoenen en barrièreschorten/wegwerpoverall en maskers/brillen bij kans op spatten/aerosolvorming (bij werken in stoffige of vochtige omgeving/schoonmaak).

  • Therapie & vaccinatie

De behandeling bestaat uit het bestrijden van vocht- en mineralenverlies. Er is geen vaccin beschikbaar.

  • Risicogroepen (medische kwetsbaren)
  • Personen met een hypo en agammaglobulinemie;
  • Personen met een hiv infectie;
  • Kinderen <3 maanden;
  • Personen >70 jaar;
  • Personen die maagzuurremmers gebruiken.
  • Arbobeleid

Werknemers met een verhoogde kans op besmetting dienen goed te worden voorgelicht, over de kans op besmetting, het belang van het toepassen van hygiënemaatregelen en het zo nodig dragen van beschermende middelen (handschoenen, schort/overall en masker); dit bij intensief contact/wanneer werkend in een vochtige omgeving (volgend uit de RI&E).

  • Voorlichting over het belang van hygiënische procedures aan personen die voedsel bereiden om kruisbesmetting te voorkomen;
  • Goed verhitten of vermijden van levensmiddelen met een relatief hoge kans op besmetting door Campylobacter: kip, ongepasteuriseerde melk, rauw/halfgaar vlees,
  • Handen wassen na contact met pluimvee, huisdieren (jonge honden en katten) en dieren op de kinderboerderij;
  • Voorlichting over hygiëne aan reizigers, zie LCR website. Een campylobacter infectie is een van de meest gediagnosticeerde gastro-intestinale infecties bij reizigers;
  • Reductie van Campylobacter-besmetting van levensmiddelen door maatregelen in landbouw en voedselproductie.

Indien er gericht met het Campylobacter wordt gewerkt, bijvoorbeeld in een laboratorium situatie zie de Safety Data Sheets.

  • Risico voor derden

Directe mens op mens komt bij normale hygiëne nagenoeg niet voor. Er kan wel (kruis)besmetting plaatsvinden via verontreinigd voedsel. Zie hiervoor de LCI richtlijn draaiboek gastro-enterale infecties.