Beroepsinfectieziekte Bof

Transmissie:

De mens is de enige bekende gastheer van het bofvirus. Bof komt wereldwijd voor en de transmissie (van mens op mens) verloopt via druppelinfectie uit neus- en keelholte (uitademen, hoesten, niezen). Bof is een erg besmettelijke infectieziekte; ook subklinische infecties zijn besmettelijk. Bof is van 1-2 dagen voor tot 5 dagen na het ontstaan van de parotiszwelling besmettelijk.

Incubatietijd:

De incubatieperiode varieert van 12 tot 25 dagen (de meeste gevallen van bof ontstaan tussen de 16 en 18 dagen).

Medisch beeld:

Naar schatting verloopt ongeveer een derde van de bofinfecties asymptomatisch, bij kinderen jonger dan 2 jaar zelfs meer dan de helft. De ziekte begint met koorts en wordt begeleid door andere prodromale symptomen, zoals spierpijn, hoofdpijn en malaise. De vergrote speekselklier veroorzaakt pijn, vooral bij het openen van de mond. Ook oorpijn is een frequent voorkomend verschijnsel. De zwelling van de parotis treedt op maximaal na 2 à 3 dagen, en is binnen een week weer verdwenen, evenals de overige symptomen.
Voor meer achtergrondinformatie, zie de LCI richtlijn.

Diagnostiek:

Serologie, PCR (keel, urine of speeksel) of kweek (keel of urine). Voor meer achtergrondinformatie, zie de de LCI richtlijn.

Werkgerelateerde diagnostiek

Iedereen die niet gevaccineerd is of op natuurlijke wijze immuniteit heeft verworven, kan geïnfecteerd worden. Ten aanzien van reizigers zie de website van het LCR en het CDC.

Melden beroepsziekten

Er is sprake van een beroepsziekte als een niet immune medewerkers besmet wordt door onbeschermd contact tijdens de werkzaamheden en daardoor ziek worden.

Preventie

  • Bestrijding bij de bron

Vaak niet mogelijk omdat met bof geïnfecteerde personen al besmettelijk zijn voordat er sprake is van klachten en daarnaast ongeveer de helft van de infecties asymptomatisch verloopt (dus onopgemerkte besmetting optreedt).

  • Organisatorische & technische maatregelen

Er is regelmatig sprake van kleine uitbraken van het bofvirus, bijvoorbeeld in studentenhuizen.  Maatregelen om eventuele besmetting te voorkomen zijn, naast vaccinatie en voorlichting, zijn: social-distancing (>1,5 meter afstand houden), voorkomen crowding momenten en afspraken maken over het schoonmaakregime.

  • Persoonlijke beschermingsmiddelen

Indien er met het bofvirus wordt gewerkt, bijvoorbeeld in een laboratorium of met een bekende bof patiënt, worden persoonlijke beschermingsmiddelen geadviseerd, zoals adembescherming, handschoenen en barrièreschort.

  • Therapie & vaccinatie

Bof kan voorkómen worden door vaccinatie. Het bofvaccin is onderdeel van een combinatievaccin bestaande uit: Bof, Mazelen en Rubella (zgn. BMR vaccin). Het BMR vaccin is onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma en wordt gegeven op 14 maanden en negenjarige leeftijd.
Het BMR vaccin is een levend verzwakt vaccin en mag niet worden gegeven aan zwangeren/immuungecompromitteerden. Voor contra-indicaties, zie RIVM site. Er zijn aanwijzingen dat de werking van het vaccin in de loop van de jaren minder is geworden. Men spreekt van van “waning immunity”.

  • Risicogroepen (medische kwetsbaren)

Risicogroepen met verhoogde kans op ernstig beloop:

  • volwassenen geboren voor 1987 die de ziekte niet hebben doorgemaakt
  • Niet immune zwangeren. Er zijn aanwijzingen in de literatuur dat een bofinfectie tijdens het eerste trimester (bij ongevaccineerden/niet immune personen) schadelijk is voor de zwangerschap. Deze bevindingen t.a.v. eventuele schadelijke gevolgen, zijn in latere studies echter niet bevestigd. Vanuit het, in de arbosetting geldende, voorzorgsprincipe wordt echter geadviseerd werknemers met tekenen van een manifeste bof-infectie gedurende 5 dagen uit de naaste werkomgeving van zwangeren te weren
  • Immuungecompromitteerde personen.
  • Arbobeleid

Risicovolle beroepen
Werknemers die niet gevaccineerd zijn of op natuurlijke wijze immuniteit hebben verworven, vooral als er sprake is van risicovolle contacten. Dit is met name aan de orde wanneer clustering van niet- of onvolledig immune personen optreedt; ‘crowding’.
Risicovolle contacten treden op wanneer werkend met niet (volledig) gevaccineerde kinderen (denk naast de zorg ook aan onderwijs, kinderopvang), studenten of militairen. Ook lopen werknemers reizend naar/werkend in endemische gebieden risico.

  • Voorlichting over transmissieroute en belang van vaccinatie
  • Aan de hand van de RI & E en de criteria van de Gezondheidsraad (vaccinatie van werknemers), kan er een afweging gemaakt worden om werknemers vaccinatie tegen de bof aan te bieden. Screening op volledige BMR vaccinatie bij indiensttreding en aanbieden vaccinatie wanneer onvoldoende beschermd
  • Zwangeren of immuungecompromitteerden die niet immuun zijn mogen geen (verdachte) bofpatiënten verplegen/werken in een omgeving waar bof heerst. Zij kunnen tijdelijk vervangende werkzaamheden uitvoeren
  • Wering van medewerkers met bof wordt niet geadviseerd. De reden is dat bofpatiënten tijdens de prodromale fase al besmettelijk zijn, maar ook heeft ongeveer de helft van de bofpatiënten geen typische symptomen.
  • Indien er gericht met het bofvirus wordt gewerkt, bijvoorbeeld in een laboratoriumsituatie, zie  Safety Data Sheets.
  • Risico voor derden

Een bof infectie is zeer besmettelijk. Studenten (intensief contact en afnemende werking van het vaccin)