Beroepsinfectieziekte difterie

Organisme:

Corynebacterium diphtheriae type gravis, mitis, minimus of intermedius, is een grampositieve, niet beweeglijke staafvormige bacterie die aan één uiteinde een verdikking heeft, waardoor het beeld van een knots ontstaat. De bacterie kan een krachtige exotoxine produceren “tox+” genaamd. Tijdens een epidemie in het zuiden van Frankrijk gaf de Fransman Bretonneau in 1821 de ziekte de naam ‘difterie’, vanwege de kenmerkende membranen in de keelholte (lederen lap, vel).

Naast de C. diphtheriae, kan ook de  C. ulcerans en de C. pseudotuberculosis klachten veroorzaken.

Het reservoir van C. diphtheriae is de mens. In endemische gebieden heeft 3-5% van de bevolking de bacterie periodiek in de keel of op de huid. In landen waar de vaccinatiegraad hoog is, zoals in Nederland, is dit vermoedelijk vrijwel 0%.

Transmissie:

C. diphtheriae is van mens op mens overdraagbaar. Het contact met de bron moet langdurig zijn, zoals in gezinnen en instellingen. Overdracht geschiedt aerogeen of via direct contact (zoenen) en/of via druppeltjes uit de neus-keelholte, zoals bij hoesten, niezen en zingen. Besmetting via voorwerpen komt soms voor (ingedroogde druppeltjes of wondexsudaat bereiken via hand-mondcontact de keel). Huidlaesies zijn ook besmettelijk. Huiddifterie speelt een belangrijke rol in de overdracht in tropische klimaten en bij slechte hygiënische omstandigheden. Mensen met klinische verschijnselen van difterie zijn besmettelijker dan dragers van de bacterie. De bacterie kan in de omgeving verspreid worden (vooral door mensen met huiddifterie) en daar dagen- tot wekenlang overleven.

C. ulcerans infecteert de koeienuier en wordt via consumptie van rauwe, ongepasteuriseerde melk overgedragen op de mens. Daarnaast is C. ulcerans uit de keelholte van honden en katten van patiënten met C. ulcerans geïsoleerd.

C. pseudotuberculosis. Deze wordt overgedragen via direct contact met besmette dieren of hun omgeving.

Incubatietijd:

2-5 dagen (spreiding: 1 tot 7 dagen).

Medisch beeld:

Na besmetting volgt asymptomatisch dragerschap of een infectie die kan variëren van subklinisch verloop tot een snel fatale afloop (maligne difterie). Difterie is een acuut ziektebeeld dat vooral de farynx en omringende structuren, soms de huid, en in zeldzame gevallen andere locaties betreft. Afhankelijk van de lokalisatie van de infectie onderscheidt men respiratoire difterie, cutane difterie of andere vormen.
Respiratoire difterie

  • Neusdifterie

Begint meestal eenzijdig met eerst dun, later purulent, bloederig slijm uit de neus. Soms zijn witte membranen zichtbaar, voornamelijk op het neustussenschot. Het verloop is meestal mild, zonder koorts of complicaties door de toxine.

  • Keeldifterie

Deze meest voorkomende uiting van de ziekte begint vaak abrupt met forse keelpijn, hangerigheid en een lichte temperatuurverhoging (38 ºC). Bij inspectie in de keel is een milde tonsillitis, uni- of bilateraal, met daarop een vanaf de tweede dag beginnend grijs-wit vastzittend beslag (pseudomembraan) zichtbaar. Door oedeem in het nek-halsgebied en lokale lymfeklierzwelling ontstaat de zogenaamde ‘burgemeestersnek’ (Engels: bullneck, Caesarian neck) met een ernstige inspiratoire stridor.

  • Larynxdifterie (croup)

De keeldifterie kan zich uitbreiden naar de larynx, leidend tot heesheid, benauwdheid en een inspiratoire stridor. Dit ziektebeeld komt vooral voor bij kinderen onder de leeftijd van 4 jaar.
Cutane difterie (huiddifterie)
Na binnendringen door een beschadigde huid (de bacterie kan de intacte huid niet binnendringen) ontstaan typische laesies in de vorm van ronde, diep uitgeponste ulcera (van een halve tot meerdere centimeters doorsnede), bedekt met een grijs-geel tot grijs-bruin membraan. Huiddifterie wordt meer gezien in een tropisch klimaat en het kan voorkomen bij volledig gevaccineerden. Ook huiddifterie is besmettelijk.

Andere (zeldzame) lokalisaties
Conjunctiva, oor (acute of chronische otitis media) en genitalia.
Voor achtergrondinformatie, zie de LCI richtlijn, WHO, CDC en LCR

Diagnostiek:

De diagnose voor voornamelijk klinisch gesteld, waarbij het bacterie middels een kweek, en serologie kan worden aangetoond, Voor meer informatie zie de LCI richtlijn.

Werkgerelateerde diagnostiek

Difterie is volledig te voorkomen door vaccinatie en onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma.

Melden beroepsziekten

Indien de ziekte (waarschijnlijk) is opgelopen tijdens de beroepsuitoefening moet de casus worden gemeld bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB). (http://www.beroepsziekten.nl/)

Preventie

 

  • Organisatorische & technische maatregelen

Goede voorlichting ten aanzien van veilig en hygiënisch werken en een actief vaccinatiebeleid.

  • Bestrijding bij de bron

Geen (onbeschermd) contact met difterie patiënt. Reiziger en expats werkzaam in endemische landen; een goede (voedsel) hygiëne en geen contact met dieren. 

  • Persoonlijke beschermingsmiddelen

Indien er gewerkt wordt met een patiënt, of met patiëntmaterialen, met een actieve difterie infectie: handschoenen en barrièreschorten en maskers/brillen bij kans op spatten.

  • Therapie & vaccinatie

De behandeling bestaat, afhankelijk van het klinisch beeld uit antibiotica en toedienen van antitoxine.  Dit aan de hand van het draaiboek difterie. De patiënt wordt geïsoleerd behandeld en verpleegd (WIP). Difterie is onderdeel van de DKTP-Hib-HepB Rijksvaccinatie vaccin.

  • Risicogroepen (medische kwetsbaren)

Jonge kinderen en hoogbejaarden.

  • Arbobeleid

Vaccinatie: aan de hand van de risico-inventarisatie en –evaluatie (RI & E) en de criteria van de Gezondheidsraad (vaccinatie van werknemers), kunnen werkgebonden risico’s in kaart worden gebracht en afgezet worden tegen de voor-/nadelen van (re)vaccinatie .
Reizigers en expats werkzaam in endemische  landen worden geadviseerd zich iedere 10 jaar te laten revaccineren.
Indien er gericht met de C. diphtheriae wordt gewerkt, bijvoorbeeld in een laboratorium situatie, de het safety data sheet

  • Risico voor derden

De C. diphtheriae is mens-op-mens besmettelijk.